Op pagina 4 van het rapport komt voor: "Het lijkt redelijk dat Dr. Van Duijn niet in eerste instantie heeft gedacht aan een prostaatcarcinoom en wel om twee redenen: Prostaatcarcinoom op 52-jarige leeftijd is zeldzaam. Het weliswaar niet geheel bevredigende rectale onderzoek leverde voor de heer Van Duijn geen verdenkingen op, de lage PSA waarde van 3,6 ng/mL die op 13.05.1997 nog verder was gedaald tot 2.7 ng/mL paste niet bij de diagnose van een prostaatcarcinoom.




Overigens... het was niet de opdracht aan Prof. S. dat hij moest aantonen of het al of niet redelijk is dat Dr. Van Duijn aan het begin van het consult mocht veronderstellen dat het waarschijnlijk geen prostaatkanker zou zijn op grond van mijn leeftijd ...
Wat wel af te leiden valt en het heel aannemelijk maakt is dat ik inderdaad om verwijzing had gevraagd op grond van mijn vermoeden dat ik prostaatkanker had.
De hamvraag die door Prof. S. moest worden beantwoord was: Heeft Dr. Van Duijn al of niet terecht gehandeld in het kader van de vraag van deze patiënt of hij onderzoek wilde doen op prostaatkanker. Toen de urine-onderzoeken geen uitsluitsel gaven dat de klachten kon verklaren had nader onderzoek op de prostaat dienen te worden gedaan.
Tja... en dan maakt Prof. S. daar geen melding van... zelfs niet in de tweede onderzoeksfase toen de echoscan werd gedaan door Dr. Bos ... Was het teveel gevraagd van Prof. S. om aan Dr. Van Duijn te vragen waarom hij niet zelf die echoscan had gemaakt? Kortom, toen mijn klachten niet konden worden verklaard uit het ingezette urine-onderzoek had een echoscan moeten worden genomen, wellicht eerst nog een keer voorafgegaan door een rectaal onderzoek van de prostaat.
Dit lijkt mij het enig logisch denkbare.
Door te stellen dat ik dan maar zelf om zo'n onderzoek had moeten vragen zet Prof. S. de wereld op zijn kop.

Ik wil de zin in de kolom hiernaast met U uitkauwen: Puur Nederlandstechnisch spreekt Prof. S. over twee redenen. In feite noemt hij er maar een, nl. dat prostaatcarcinoom op 52-jarige leeftijd zeldzaam is. De wijze waarop hij de daaropvolgende zin gebruikt is meer ter adstructie van de voorafgaande zin dan dat dit als tweede reden wordt aangevoerd. Het is volstrekt tegen alle logica in dat Prof. S. vervolgens in die zin nadat de eerste fase van onderzoek door Dr. Van Duijn tegen mijn zin was afgesloten hetdoor mij nadien zelf voor de tweede keer gevraagde bloedonderzoek d.d 13.05.1997 gebruikt ter adstructie van het vermoeden van Dr. Van Duijn in een eerder stadium dat er hoogstwaarschijnlijk geen sprake kon zijn van een prostaatcarcinoom.
Dit getuigt van een soort "wishfull thinking".
Een rapporteur dient te rapporteren ten behoeve van beide partijen in objectiviteit!!!!!. Geheel verantwoord had Prof. S. op dat moment wel terug kunnen grijpen naar het gedurende de eerste onderzoeksfase gemaakte intraveneus pyelogram d.d. 07.03.1997 dat als resultaat gaf : Normale urinewegen, vergrote prostaat, na het uitplassen geen blaasresidu, verdenking op "prostaathypertrofie" en hetgeen verder wordt vermeld onder 2.4 op pagina 2 van het rapport.
Het resultaat van dit onderzoek geeft aan dat de klachten die ik had en gedurende deze fase van onderzoek nog steeds toenamen niet voortkwamen uit de urinewegen of de blaas. Wat wel duidelijk moet zijn geworden voor Dr. van Duijn was dat er een vergrote prostaat was geconstateerd en verdenking op prostaathypertrofie.
Op dit moment wordt duidelijk dat het rectaal onderzoek door Dr. Van Duijn niet had geleid tot een correcte diagnose. In heel duidelijk Nederlands: Dr. Van Duijn had aanvankelijk een volstrekt foutieve diagnose gesteld.
Als notaris heb ik me vaak moeten verdiepen in de beweegredenen van cliënten. Laat ik dit nu trachten te doen voor de handelwijze van Dr. Van Duijn:
a. Tja .... mijn rectaal onderzoek zat ernaast... dit nog eens te moeten doen geeft gezichtsverlies naar de patiënt. Waarschijnlijk moet ik dan erkennen dat de huisarts wel, maar ik als specialist niet een juiste diagnose heb gesteld, namelijk "vast aanvoelende, licht vergrote prostaat"; en
b. Tja ... ik kan natuurlijk een echoscan laten doen, maar daar heb ik de hulp voor nodig van een van mijn jongere collega's, die dan zullen begrijpen dat ik in een eerder stadium niet een juiste diagnose heb gesteld ...
c. Ach ... als ik het nu na gedaan onderzoek houd op een "benigne prostaathypertrofie" en dat meedeel aan de huisarts en de patiënt vertel dat zijn klachten niet voortkomen uit de prostaat, dan heb ik een grote kans dat ik gelijk blijk te hebben achteraf en kan niemand me wat maken.

Ach ... het was zomaar even een opkomende gedachte van iemand die door de uitoefening van zijn ambt enige mensenkennis heeft opgedaan.
Evenwel... als je doordenkt en dat doe ik graag ... is het wel heel vervelend:
Als Dr. Van Duijn gelijk heeft in zijn redenering... well ... dan komt hij er goed af ... Als hij evenwel geen gelijk heeft, ... well ... dan is hem mijns inziens dood door schuld te verwijten.
Even nog een opmerking terzijde.. In het notariaat was het gedurende mijn werkzame periode verplicht om in notariële akten het beroep op te nemen van partijen die de akte tekenden. Pas in de tweede fase van onderzoek werd Dr. Van Duijn duidelijk dat mijn beroep notaris was. Mijn advies aan Dr. Van Duijn en ook aan andere artsen/specialisten: Verdiep je ook eens een beetje in de persoon van de patiënt. Dan zul je hem/haar gedurende de consultatie/behandelingsperiode beter kunnen begrijpen ... Verrekt jammer voor Dr. Van Duijn.
Hij kan dit advies nu niet meer opvolgen... Immers hij gaf zijn afscheidsfeest als uroloog van het MCA in de eerste helft van januari 1999.


Naar verantwoording